Blog verschenen in Sterck Magazine, juni 2020
Als ik dit schrijf, zijn de verkiezingen nog maar net afgelopen. De journalisten zijn druk in de weer om uit te zoeken hoe politici de knoop na de verkiezingen willen ontwarren.
Maar over de grootste uitdaging heeft niemand het. Die uitdaging ligt er nochtans overduidelijk: de politicus heeft een rotslecht imago bij de bevolking. En dat zou, zo begin ik nu te denken, wel eens NIET aan de politici zelf kunnen liggen. Want ik stel vast dat ondernemers in eenzelfde slechte parket vertoeven.
Een ondernemer die door het gerecht wordt gehoord staat deze dagen met naam, toenaam en foto in de krant. Lang voor er sprake is van enige schuld. Burgers die van moord worden verdacht krijgen afkortingen en geblurde foto’s. Pers en maatschappij lijken mij dan weer zeer mild voor een neurochirurge met een verdacht overleden dochter. Er is een beroepshierarchie. Politici en ondernemers staan daarin niet erg hoog.
Sinds mensenheugenis is er zo’n imagoschaal, waarbij sommige beroepen meer aanzien hebben dan andere. Die hiërarchie is meestal recht evenredig met de inkomsten die de beoefenaar ermee kan genereren. Behalve voor politici en ondernemers, bij wie de grootte van de verloning als een bewijs van hun onbetrouwbaarheid lijkt te gelden. Het zijn wellicht niet toevallig twee beroepen die wezenlijk bijdragen aan de (vorm van onze) maatschappij. Zij zijn de kop van jut bij onvrede.
We mogen deze onvrede niet blijven afdoen als ‘iets dat erbij hoort’. Niet voor de toekomst van de politiek, maar ook niet voor de toekomst van onze economie. Het imago van de ondernemer in die regio’s waar veel bedrijven starten en groeien is veel positiever dan bij ons. Logisch dat ondernemers, en dus bedrijven, beter floreren in een aantrekkelijk biotoop. Er zullen altijd bedrijven blijven, net zozeer als er ook fauna en flora leven in de poolgebieden. Maar het moet niet verwonderen dat de diversiteit veel groter is in het regenwoud.