Anderlecht heeft mij, supporter van Genk, dit voorjaar onverwacht weten te boeien. Ik vond het namelijk fascinerend om vast te stellen hoe de wissel van trainer voor een metamorfose heeft gezorgd in de spurt naar de play-offs.
Je ziet het nogal eens. Een ploeg zieltoogt. Match na match blijven de resultaten uit en groeit de wanhoop. Bij de ploeg, de supporters en het bestuur. En dan gebeurt er iets dat op een klein mirakel lijkt: één man, de coach, wordt vervangen en diezelfde ploeg herrijst. Ongeloofwaardig snel. Van het ene moment op het andere zie je gewoon een andere ploeg. Rutten had dat effect bij Anderlecht.
Ik weet niet of er al wetenschappelijk onderzoek is gebeurd naar de vele processen die zo’n succesvolle wissel in gang zet. Ongetwijfeld speelt psychologie een minstens even belangrijkere rol als tactiek en techniek. Inzicht in de metamorfose die de wissel van een trainer met zich kan brengen is niet alleen boeiend voor het management van sportclubs, maar ook voor ondernemers.
Als ondernemer zijn we vaak voorzitter, technisch directeur, talentscout en trainer tegelijk. Het valt me op dat ondernemers die laatste rol misschien het minst uitgesproken opnemen. Terwijl net die zo fundamenteel blijkt dat het vervangen van de persoon in die functie het resultaat van de hele ploeg kan doen keren. Dus stel ik me de vraag of de resultaten van de ploeg die mijn bedrijf is, er niet anders zouden kunnen uitzien met een andere trainer. Nu is een echte wissel niet aan de orde. Maar evengoed kan ik me afvragen of een heel andere invulling van mijn rol als trainer niet tot andere resultaten zou kunnen leiden. Die denkoefening roept onmiddellijk één essentiële vraag op: wat is mijn rol als trainer en hoe vul ik die nu in? De meeste ondernemers kunnen hun rol als voorzitter en technisch directeur moeiteloos benoemen. Maar niet die als trainer. Anderlecht leert dat we daar maar beter eens naar kunnen kijken.